Van den Broek legde uit dat de maïs de zichtbaarheid belemmert, wat zeker voor fietsers maar ook voor auto’s soms onveilige situaties oplevert.  Hij stelde voor dat het gemeentebestuur de landbouwers zou adviseren om een hoek van 10m op 10m  (50 m2) met een lager groeiend gewas te beplanten, en om de praktische uitwerking aan de Landbouwadviesraad over te laten.

Brigitte Quick (CD&V) antwoordde dat het moeilijk is om een algemene lijn te trekken, en dat het wellicht beter is om specifieke problemen met elke landbouwer afzonderlijk te bekijken, zoals dat ook bij te hoog groeiende hagen gebeurt.  Van den Broek antwoordde daarop dat bij een algemeen plan ook een financiële compensatie kan worden voorzien, en Dirk Smout wees erop dat maïs en hagen niet hetzelfde zijn : hagen kan je snoeien, terwijl aan te hoge maïs al bij het aanplanten moet worden gedacht.  Liesje Van Loon (CD&V) gaf nog aan dat een stuk van een maïsveld onbeplant laten zowel praktisch als financieel geen evidente oplossing is.  Uiteindelijk ging iedereen akkoord om de kwestie aan de Landbouwadviesraad voor te leggen.