Kostprijs Over d’Aa loopt op
Terwijl de tweede fase van de heraanleg van Over d’Aa op gang komt, kreeg de gemeenteraad de eindfactuur van de eerste fase voorgeschoteld. Die bleek 30% hoger dan begroot, en dat riep vragen op.
Kevin Ooye (N-VA/PLE) herinnerde eraan dat de aanleg verre van probleemloos was verlopen, en dat de hoge meerprijs erop wijst dat de planning vooraf ook te wensen overliet. Hij vroeg in welke mate het betrokken studiebureau daarvoor aansprakelijk zou worden gesteld. Brigitte Quick (CD&V) verdedigde de factuur. Een gedeelte van de meerprijs is inderdaad te wijten aan zaken die vooraf over het hoofd werden gezien, maar het merendeel slaat terug op werken die vanuit de gemeente in de loop van het project werden toegevoegd of om meerwerken op vraag van Aquafin en Fluvius, die de prijs daarvoor ook aan de gemeente zullen terugstorten. Zonder deze meerwerken zou het resultaat minder goed zijn geweest.
Annemie Baeyaert (N-VA/PLE) gaf aan dat de inwoners van Horendonk inderdaad recht hebben op een goed resultaat, maar dat een afwijking van meer dan 30% erop wijst dat het huiswerk vooraf niet goed werd gemaakt. Op die manier kan geen doordacht investeringsbeleid worden gevoerd. Quick beloofde alvast beterschap.
Dirk Smout (N-VA/PLE) bracht fase twee ter sprake. In de commissie was toegezegd om tijdens de werken alle straatverlichting ’s nachts te laten branden, zodat er veilig door de werfzone kan worden gereden. Quick zegde dat toe, maar de dag na de gemeenteraad moest Smout over een pikdonkere Over d’Aa naar huis rijden.