Ooye lichtte toe dat wie niet kan zwemmen uiteraard weinig baat heeft bij de bestaande subsidie.  Kunnen zwemmen is nochtans belangrijk, want kinderen worden aangetrokken door water en dat kan gevaarlijk zijn.  De zwemlessen op school volstaan vaak niet om goed te leren zwemmen, zeker nu de scholen veel tijd verliezen met een verplaatsing naar een zwembad buiten Essen.  Maar zwemlessen buiten de school zijn vaak duur, en wie het niet zo breed heeft kan het zich niet permitteren om meerdere kinderen zwemles te laten volgen.  Ooye stelde voor om de uitzondering voor zwemlessen uit het subsidiereglement te schrappen.

Sportschepen Brigitte Van Aert (CD&V) wilde daar niet van horen : de zwemlessen op school volstaan volgens haar ruimschoots om goed te leren zwemmen.  In 2019 gaf de gemeente bovendien meer dan 4.000 EUR toelage voor individuele zwemmers (ofwel gemiddeld ongeveer 20 cent per Essenaar), en dat is meer dan andere gemeenten.  Dat moet genoeg zijn.  Wie toch een zwemlessubsidie wil kan bij sommige mutualiteiten terecht.  Schepen Dirk Konings (CD&V) trad haar bij : de gemeente moet de taak van de school niet overnemen, anders kunnen we ook lessen Frans subsidiëren.  Tom Bevers (N-VA/PLE) probeerde hen vergeefs te overtuigen dat ook het aanleren van andere sporten wordt gesubsidieerd via de steun aan de sportverenigingen – maar Essen heeft geen zwemvereniging.  Hij gaf ook aan dat via de steun aan Tatteljee zelfs lessen Frans worden gesubsidieerd.

Jokke Hennekam (sp.a) en Liesje Van Loon (CD&V) trachtten de discussie nog te brengen op hoe de subsidie er moest uitzien, maar ook daar wilde het schepencollege niet van horen.  De meerderheidspartijen stemden dus het voorstel van N-VA/PLE weg.  Bij de stemming trapte burgemeester Van Tichelt (CD&V) nog even na; hij waarschuwde de gemeenteraadsleden om volgende maand geen voorstel in te dienen om rijlessen te ondersteunen.  Waarmee hij meteen aangaf dat veilig autorijden voor CD&V en sp.a al even onbelangrijk is als veilig zwemmen.