Al verschillende jaren wijst N-VA/PLE in de gemeenteraad op de infrastructuurnoden van de verenigingen met de vraag om een structurele aanpak. Daarbij wordt de 70/30-regel vooropgesteld : 70% van de infrastructuurkosten wordt door het gemeentebestuur gedragen, 30% door de vereniging. In december ’23 kondigde de bestuursmeerderheid van CD&V+Vooruit plots aan dat ze dat principe gaat overnemen, maar enkel voor sport- en jeugdverenigingen. En ook zonder structureel kader, maar met afzonderlijke afspraken per vereniging.

Op die basis vroegen zowel Excelsior Essen als SV Wildert steun voor kunstgrasvelden, die er overigens ondertussen al even liggen. Terecht, want kunstgras maakt het mogelijk om de velden optimaal te gebruiken, vooral voor trainingen. SV Wildert koppelde er ook enkele andere verbeteringen aan. De steun werd in de gemeenteraad goedgekeurd door CD&V+Voouit en door N-VA/PLE, het Vlaams Belang was afwezig. Joris Brosens (N-VA/PLE) vroeg of er al zicht is op welke andere verenigingen nog noden hebben, en of daar dan de nodige middelen voor voorzien zijn in het financieel meerjarenplan. Die middelen zijn er alvast niet, maar er zijn wel gesprekken aan de gang met FC Horendonk en verschillende jeugdverenigingen. Brosens hoopt dat die gesprekken tot een resultaat leiden, maar blijft pleiten voor een helder kader op lange termijn voor de steun aan de verenigingen. Een steun die overigens niet alleen uit subsidies mag bestaan.

Dirk Smout (N-VA/PLE)  vroeg of verenigingen die op dezelfde locatie infrastructuur wensen te realiseren, één of meerdere dossiers mogen indienen. Gelet op het maximum van 600.000 € maakt dat wel degelijk een verschil. Het antwoord verschafte niet veel duidelijkheid.