Het terrein achter de Oude Pastorij, de zogenaamde “tuin” van de Pastorij, is opnieuw in een bijzonder slechte staat, zoals overigens ook door het schepencollege al enkele malen werd vastgesteld. De gebrekkige afwatering ervan maakt dat het terrein eens te meer goeddeels onbruikbaar is om erop te spelen, te wandelen of andere activiteiten te organiseren. De aangelegde paden zijn nauwelijks nog vindbaar, en de afwatering wordt nu “verzekerd” met een diepe greppel. Maar ook die kan niet voorkomen dat het terrein er als een moeras uitziet.

Ook de toestand van omliggende gracht (de “Vest”) is opnieuw bedenkelijk. Deze zorgt voor geurhinder en maakt het in het park (zeker bij warm weer) onaangenaam vertoeven. Ook de omwonenden hebben er last van.

De hele situatie werpt een smet op de mooie (geklasseerde) omgeving van de Oude Pastorij.

Mensen die het terrein kennen, menen zich te herinneren dat het lang niet altijd zo erg geweest is. Maar het storten van het slib dat om de zoveel jaren uit de gracht wordt gehaald op het terrein heeft aan de situatie alleszins geen goed gedaan. De laatste keer dat dit gebeurd is, in 2004, werd hiervoor nochtans opnieuw vanuit verschillende hoeken, ondermeer binnen de gemeenteraad, gewaarschuwd. Het toenmalige schepencollege gaf echter de garantie dat de afwatering van het terrein nu wel behoorlijk in rekening zou worden gebracht. Uit het bijgevoegde overzicht van de betrokken collegebeslissingen blijkt dat de werken desondanks niet voldeden, en dat ook de getroffen aanvullende maatregelen niet volstonden. Het is tijd om het “aanmodderen” in dit dossier te stoppen en het terrein eindelijk behoorlijk en op een duurzame wijze opnieuw aan te leggen.

Ook wat de gracht betreft, moeten meer doortastende maatregelen worden genomen. De recente aansluiting van Jeugdheem Deken Verbist op de riolering biedt hiervoor kansen. Indien er nog ander afvalwater in de gracht terechtkomt, moet hieraan een einde worden gemaakt. Vervolgens moet de gracht wellicht opnieuw uitgebaggerd worden, maar dan zonder het slib ter plaatse te storten.

Daarna moet het zuurstofgebrek grondig worden aangepakt : de afbraak van bacteriën in een zuurstofarme omgeving ligt immers wellicht aan de oorsprong van de kwalijke geur. Het gebruik van planten zoals de Gele Plomp (Nuphar lutea) of het Gedoornd Hoornblad (Ceratophyllum demersum), de aanleg van een zuiverend rietveld en eventueel het verwijderen van bomen waarvan de bladeren al te zeer voor rottingsverschijnselen zorgen kunnen aan een oplossing bijdragen. Daarnaast is de plaatsing van een zuurstofpomp aangewezen. Een alternatieve oplossing is de afbuiging van de Magerbeek zodat deze met de gracht wordt verbonden. Dit moet minstens grondig worden onderzocht.

Dit voorstel legt het schepencollege een resultaatsverbintenis op : de maatregelen die worden genomen moeten deze keer wel degelijk adequaat zijn. Dit lijkt inderdaad aangewezen, om zo te vermijden dat opnieuw zou worden gekozen voor een goed bedoelde aanpak die uiteindelijk de toestand niet of nauwelijks verbetert. De voorziene timing is vrij ruim genomen, om zo de mogelijkheid te geven hiervoor kredieten uit te trekken in de begroting voor 2009, indien dit nodig zou blijken.