Rioleringsdossier – beheersafstand aan en inbreng in Iveg
Het voorstel strekt ertoe om overeenkomstig het advies van de gemeenteraadscommissie milieu, landbouw, waterbeleid en platteland voor het rioleringsbeheer een samenwerking aan te gaan met Iveg. Het engageert het gemeentebestuur er ook toe om in elk geval de saneringsbijdrage aan te wenden om de rioleringskosten te dekken.
Gelet op de artikelen 28, 35 en 43, § 2-5° van het gemeentedecreet;
Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
Gelet op de omzendbrief BA 2002/01 van 11 januari 2002 betreffende de toepassing van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
Gelet op de richtlijn 2000/60/EG van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;
Gelet op de richtlijn 91/27/EG van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 1999 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 1996 houdende vaststelling van de voorwaarden onder dewelke, alsook van de verhouding in dewelke het Vlaams Gewest bijdraagt in de kosten verbonden aan de aanleg en de verbetering door de gemeenten van openbare riolen, andere dan prioritaire rioleringen, evenals houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot de procedure tot vaststelling van subsidiëringprogramma’s;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties;
Gezien de gemeente lid is van de opdrachthoudende vereniging Iveg;
Gezien de statuten van Iveg;
Gezien het voorstel van donderdag 28 juni 2007 zoals voorgelegd door de raad van bestuur van Iveg;
Overwegende dat zware financiële inspanningen zullen worden gevraagd aan de gemeenten voor het onderhoud en de verdere uitbouw van hun infrastructuur voor de beheersing van afvalwater en hemelwater;
Overwegende dat ondanks het subsidiebesluit van 1 februari 2002 de gemeenten geconfronteerd worden met zware financiële gevolgen om de bijbehorende niet-subsidieerbare kosten te financieren en om administratief en technisch de veelheid aan noodzakelijke werken tot een goed einde te kunnen brengen;
Overwegende dat het beheer van de infrastructuur voor de beheersing van afvalwater en hemelwater een gemeentelijke kernopdracht blijft;
Overwegende echter dat voor de uitvoering van opdrachten in het kader van de beheersing van afvalwater en hemelwater samenwerking in intergemeentelijk samenwerkingsverband voordelen kan opleveren voor de gemeente;
Gelet op het feit dat de gemeente inzake rioolbeheer de keuze werd geboden tussen het Hidrorio-project of het Hidrosan-project van Pidpa het voorstel van Iveg, het project van de NV Aquafin alleen en het project Ri-Ant van AWW samen met de NV Aquafin;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om een overeenkomst aan te gaan met RI-ANT en toe te treden tot AWW;
Gelet op het advies van de gemeenteraadscommissie leefmilieu, landbouw, waterbeleid en platteland van 24 september 2008 om te kiezen voor een samenwerking met Iveg;
Overwegende dat de toetreding tot Iveg voor de beheersing van afvalwater en hemelwater tot schaalvoordelen zal leiden en derhalve tot aanzienlijke besparingen zowel bij aankoop, voorraadbeheer als exploitatie en aanleg van de netinfrastructuur (aanleggen van de verschillende netten door één en dezelfde maatschappij vereenvoudigt de werken);
Overwegende dat door die intergemeentelijke samenwerking ook tal van synergievoordelen kunnen bekomen worden en dit zowel voor de gemeente als de burger, dat zowel het administratieve als het communicatieve aspect met de klant tal van verbeteringen met zich meebrengt (één centraal aanspreekpunt voor meerdere nutsvoorzieningen, uitbreiding van de bereikbaarheidsuren van het klantencontactcenter, continue beschikbaarheid van het net-operating- center, afstandscontrole en -bediening van pompinstallaties), dat de bundeling van het netbeheer van meerdere activiteiten in hetzelfde informaticasysteem een kostenbesparing kan meebrengen, dat de coördinatie van de gezamenlijke aanleg van de nutsvoorzieningen de kosten zal doen dalen en een sneller resultaat zal garanderen voor de diverse klanten;
Overwegende dat dit ook zal leiden tot een betere coördinatie en afstemming van de verschillende gemeentelijke initiatieven op het vlak van beheer van afvalwater en hemelwater en dat dit kan leiden tot een beter netbeheer en tot meer doeltreffende investeringen;
Overwegende dat een bijdrage voor opvang en transport van afvalwater (BOT) op de waterfactuur aangerekend wordt en een vergoeding voor de eigen waterwinning (VEW) aangerekend wordt;
Overwegende dat Iveg de nodige investeringskredieten voorziet ten gunste van de gemeenten die toetreden tot Iveg voor de activiteit riolering;
Overwegende dat de raad van bestuur van Iveg een investeringsprogramma zal opmaken waarvan de opdrachthoudende vereniging de financiering op zich neemt;
Overwegende dat de aanleg van de infrastructuur voor het beheersen van afvalwater en hemelwater steeds ter goedkeuring aan de betrokken gemeenten zal voorgelegd worden en de uitvoering ervan slechts zal gebeuren na positief advies van de betrokken gemeente;
Overwegende dat ook de individuele initiatieven vanuit de gemeenten door Iveg in het investeringsprogramma zullen opgenomen worden;
Overwegende dat de gemeente zelf, indien zij dat wenst, voor de uitvoering van de dagdagelijkse onderhoudswerken in verband met de beheersing van afvalwater en hemelwater kan instaan en dat met eigen personeel en middelen en tegen marktconforme vergoeding door Iveg;
Overwegende dat de gemeente voor de inbreng van haar installaties en de reeds gedane investeringen een vergoeding zal ontvangen, enerzijds onder de vorm van een eenmalige uitkering in speciën en anderzijds onder de vorm van aandelen die aanleiding geven tot de uitkering van een dividend;
Overwegende dat door de inbreng van de installaties de volledige financiële impact van de activiteit ‘beheersing van afvalwater en hemelwater’ uit de gemeentelijke begroting verdwijnt;
Overwegende dat de gemeente ingevolge de toetreding tot Iveg voor de activiteit riolering voor de inbreng van de infrastructuur als volgt zal vergoed worden: cash voor 25 % van de definitieve waarde van de infrastructuur met als minimum 25 % van de boekwaarde en in aandelen A en B voor het saldo van de definitieve waarde van de infrastructuur;
Overwegende dat de daadwerkelijke aanvangsdatum van exploitatie bepaald zal worden door de raad van bestuur van Iveg. Als streefdatum wordt 1 januari 2009 vooropgesteld;
Gehoord…
BESLUIT
1 De gemeente gaat akkoord om beheersafstand te doen aan de opdrachthoudende vereniging Iveg voor wat betreft de activiteit riolering.
2 De gemeente brengt de rioleringsinfrastructuur in Iveg in overeenkomstig de statutaire bepalingen en tegen de voorwaarden zoals hierna bepaald.
De infrastructuur zal worden ingebracht door de gemeente tegen haar definitieve expertisewaarde en zal vergoed worden gedeeltelijk in aandelen riolering in Iveg en gedeeltelijk in speciën. Op het ogenblik van de inbreng van de infrastructuur zal de gemeente een voorschot ontvangen op basis van de voorlopige waarde van de infrastructuur. Deze voorlopige waarde voor de gemeente Essen bedraagt 5.436.717 euro. De definitieve waarde van de infrastructuur zal worden bepaald op basis van eenvormige criteria die voor elk van de gemeenten die het onderhoud, het beheer en de verdere uitbouw van hun infrastructuur voor de beheersing van afvalwater en hemelwater hebben toevertrouwd aan Iveg, worden gehanteerd. De streefdatum voor het afronden van deze definitieve waardebepaling situeert zich 24 maanden na datum van het nemen van onderhavige beslissing.
3 De gemeente zal als volgt worden vergoed voor de inbreng van de infrastructuur:
– cash: 25 % van de definitieve waarde van de infrastructuur met als minimum
25 % van de boekwaarde
– aandelen A en B: voor het saldo (= expertisewaarde minus het cash gedeelte)
Een eerste schijf van het cash gedeelte, met name 25 % van de boekwaarde of 1.359.179 euro, wordt uitgekeerd binnen de maand na de aanvaarding van de gemeente voor de activiteit riolering door de algemene vergadering. Dit bedrag is definitief verworven voor de gemeente zelfs indien de expertisewaarde lager zou uitvallen dan de boekwaarde. Het saldo van dit cash bedrag zal gelijk zijn aan het positieve resultaat van 25 % van de definitieve waarde verminderd met het bedrag dat reeds uitgekeerd werd. Dit saldo zal worden uitgekeerd na de bepaling van de definitieve waarde van de infrastructuur in akkoord met de gemeente.
De gemeente ontvangt voor het resterende gedeelde van de waarde van de infrastructuur aandelen A en B die een waarde hebben van 2 500 euro per aandeel.
De aandelen A worden toegekend naar rato van 1 aandeel A per 350 aansluitingen op het gemeentelijk rioleringsnet. Het saldo wordt toegekend in aandelen B.
4 De gemeenteraad zal later besluiten hoe de onder 3 vermelde 25% cash zal worden besteed. Deze kan alsnog volledig of gedeeltelijk worden ingebracht in Iveg, maar zal in elk geval worden aangewend om de kosten van het gemeentelijke rioolbeleid te dekken.
5 De gemeente draagt de exploitatierechten op de rioleringsinfrastructuur over aan Iveg bij wijze van inbreng overeenkomstig de statutaire bepalingen en tegen de voorwaarden zoals hierna bepaald.
6 De gemeente doet afstand van de gemeentelijke saneringsbijdrage voor opvang en transport van afvalwater (BOT) die op de waterfactuur aangerekend wordt en van de vergoeding voor de eigen waterwinners (VEW) of elke andere vorm van bijdrage of heffing die de voornoemde zou vervangen ten gunste van de opdrachthoudende vereniging en dat vanaf de exploitatiedatum. De start van de exploitatie zal in gemeenschappelijke overleg tussen Iveg en de gemeente bepaald met als streefdatum 1 januari 2009.
7 Iveg kan voor de uitvoering van de verschillende te ondernemen stappen in dit verband beroep doen op haar werkmaatschappij Infrax cvba met zetel te Koningsstraat 55, bus 15, 1000 Brussel, zonder evenwel de eigendom op de infrastructuur aan die werkmaatschappij over te dragen.
8 Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering van deze beslissingen, binnen de vastgestelde krijtlijnen.
9 Afschrift van deze beslissing zal bezorgd worden aan Iveg, Antwerpsesteenweg 260, 2660 Hoboken.
Ingediend door
Philip Peeters (Groen!)