Overname jeugdvormingswerker
Op 22 september 2005 besliste de gemeenteraad van Essen om de overeenkomst tussen het gemeentebestuur en de vzw Jeugdwerking Essen, aangenomen door de gemeenteraad in zitting van 30 december 2002, op te zeggen. Bovendien werd besloten het collge van burgemeester en schepen te machtigen onderhandelingen aan te gaan met de vzw VVV Essen voor de mogelijke overname van het jeugdverblijfscentrum Paviljoen.
Enkele raadsleden besloten hiertegen bezwaar aan te tekenen bij de provinciegouverneur. Deze wees bij brief van 6 december 2005 deze bezwaren af. Hoewel over enkele aspecten van de afwijzing principiële vragen kunnen worden gesteld, lijkt voorlopig niets de uitvoering van het raadsbesluit nog te verhinderen. In de brief van de gouverneur werd evenwel volgende zin opgenomen “In verband met het personeel van de vzw Jeugdwerking Essen werd mij meegedeeld dat één van de voorwaarden voor de mogelijke overname van het jeugdverblijfscentrum erin zal bestaan dat de werknemers van deze vereniging mee worden overgenomen.” Hieruit blijkt dat de werkzekerheid van de beide personeelsleden een essentiële voorwaarde voor de goedkeuring van het besluit is.
Dat bij de eventuele overdracht van het jeugdverblijfscentrum naar de vzw VVV Oase van Rust de heembeheerder wordt overgedragen, is inderdaad evident. De overdracht van de jeugdvormingswerker is minder vanzelfsprekend en lag voor zover wij begrepen hebben ook niet in de bedoeling van het schepencollege toen zij het op 22/9 goedgekeurde voorstel formuleerden. Ook binnen de vzw Jeugdwerking Essen werd het niet zo voorgesteld.
In aansluiting met wat gemeld werd aan de provinciegouverneur dient nochtans ook de werkzekerheid van de jeugdvormingswerker te worden gegarandeerd. Uit gesprekken met leden van de meerderheidsfracties blijkt overigens ook dat het niet in hun bedoeling lag om met het besluit van 22/9 impliciet de jeugdvormingswerker te ontslaan.
Daarbij kan nog worden aangevuld dat er over haar functioneren binnen het bevoegde orgaan (tot op heden dus de vzw Jeugdwerking Essen) nooit klachten zijn geuit. Ook vanuit de jeugdsector krijgt zij een positieve beoordeling, wat mede de ongerustheid verklaart die we vanwege verschillende jeugdwerkers mochten vernemen naar aanleiding van de opzegging van de overeenkomst en de daaraan verbonden ontslagdreiging voor de betrokkene. De jeugdsector, en wij met hen, is ook van mening dat de huidige personeelsbezetting (twee B-niveaus) de enige mogelijkheid is om het vooropgestelde jeugdbeleid zoals dat vorm krijgt in het Jeugdwerkbeleidsplan en de daaruit voortvloeiende jaarplannen, te realiseren.
Bovendien zou het onverstandig zijn de opgebouwde ervaring van de betrokkene niet te valoriseren. Zo zou een goede begeleiding van de overdracht van de speelpleinwerking van de vzw naar het gemeentebestuur zonder haar medewerking ongetwijfeld veel moeilijker verlopen.
Ook wanneer op termijn een andere personeelsstructuur wordt vooropgesteld, waarvoor wij niet pleiten, hoeft een werking met twee personeelsleden van B-niveau in een overgangsfase geen probleem te zijn, temeer daar de jeugdconsulente pas recent werd aangeworven en een zekere natuurlijke doorstroming binnen een jeugddienst overigens garandeert dat de overgang niet overdreven lang zou duren. Ook in heel wat andere diensten wordt trouwens de optimale personeelsstructuur niet bereikt, eveneens om historisch gegroeide redenen. Bovendien huldigde het bestuur tot op heden het terechte principe dat bij het overhevelen van diensten de werkzekerheid van het aanwezige personeel werd gegarandeerd (cfr. de elektriciteitsregie) en vonden eerder reeds aanpassingen van het organigram plaats om de tewerkstelling en de promotiekansen van het aanwezige personeel te verzekeren.
Vandaar het voorstel om het besluit van 22/9 aan te vullen met de bepaling dat de jeugdvormingswerker wanneer de overeenkomst met de vzw Jeugdwerking Essen een einde neemt door het gemeentebestuur in dienst zal worden genomen aan dezelfde arbeidsvoorwaarden. De ongelukkige structuur via detachering wordt dan beëindigd en de optimale werking van de jeugddienst wordt verder gegarandeerd.
De gemeenteraad van Essen besluit :
* het raadsbesluit van 22 september 2005 waarbij de overeenkomst met de vzw Jeugdwerking Essen wordt opgezegd, wordt aangevuld met de bepaling dat de jeugdvormingswerker die in dienst is van de vzw Jeugdwerking Essen bij het aflopen van de overeenkomst door het gemeentebestuur in dienst zal worden genomen, aan de arbeidsvoorwaarden die zij op dat ogenblik binnen de vzw geniet
* aan de provinciegouverneur zal verduidelijkt worden dat aldus de gevraagde werkzekerheid voor de beide personeelsleden wordt gegarandeerd
Ingediend door
N-VA/PLE
sp.a
Groen!