Hoewel er in de gemeenteraad geen eensgezindheid was over de aanwending van de gerestaureerde douaneloods aan Hemelrijk voor Robotland, is iedereen het er ongetwijfeld wel over eens dat het belangrijk is dat het project een zo groot mogelijk succes wordt, nu de beslissing genomen is en Robotland ook daadwerkelijk wordt opgestart.  Voor dat succes is het belangrijk dat het economisch rendabel blijkt, maar ook dat de meerwaarde voor de Essenaren zo groot mogelijk is.  Die meerwaarde zit in de voorziene samenwerking met de scholen, in de realisatie van de voorziene infrastructuur (zoals de passerelle over de spoorweg), maar uiteraard ook in de mogelijkheid voor alle Essenaren om Robotland te bezoeken.

Onlangs maakte Robotland de inkomprijzen bekend.  Dat is uiteraard een commerciële beslissing, waarin het gemeentebestuur niet hoort tussen te komen.  Toch kunnen we niet om de vaststelling heen dat de prijzen relatief hoog uitvallen : met een toegangsprijs van 29 EUR voor een volwassene valt een bezoek bijvoorbeeld een stuk duurder uit dan een bezoek aan Technopolis in Mechelen (17 EUR – zelfs met een weekendbiljet voor de treinreis Essen-Mechelen erbij van 9 EUR nog steeds 3 EUR goedkoper).  Dat betekent onvermijdelijk dat een bezoek voor veel Essenaren niet haalbaar zal zijn.  Bovendien is de prijs vreemd in het licht van de berekeningen die gebeurden bij de onderhandelingen over de erfpachtovereenkomst.  Daarbij werd immers uitgegaan van een prijs van 10 à 12 EUR, en die vooropgestelde prijszetting heeft uiteraard ook een rol gespeeld bij de beslissing van de raad om de overeenkomst goed te keuren.

In de restauratie van de loods werd veel belastinggeld geïnvesteerd, ook vanuit de gemeentekas.  Het is belangrijk dat de meerwaarde daarvan ook terugvloeit naar alle Essenaren.  In de erfpachtovereenkomst wordt voorzien dat het gemeentebestuur 10 kalenderdagen per jaar over Robotland kan beschikken.  Twee daarvan kunnen worden gebruikt om Robotland gratis open te stellen voor alle Essenaren.  Dat laat hen ook toe om kennis te maken met het project, om het nadien opnieuw te bezoeken en om via mond-aan-mondreclame en sociale media ook anderen de weg naar Robotland te wijzen.