Invulling participatiesubsidies en aanpassing participatiecheques
Op het vlak van de socio-culturele participatie speelde OCMW Essen een voortrekkersrol. Pas nadat wij in 2003 een participatiecheque invoerden, besliste de Minister voor Maatschappelijke Integratie immers om uit te pakken met een subsidie om projecten voor socio-culturele participatie aan te moedigen. Maar na de voortvarende start vielen we een beetje stil. Van de participatiecheque werd maar beperkt gebruik gemaakt (zie verslag personeelsteamvergadering 29/4/2004) en ondanks enkele pogingen vonden we ook geen geschikte aanwending voor de subsidie, zoals trouwens heel wat andere OCMWs (zie ook het bijgevoegde beknopt verslag van het colloquium van 27/4).
De subsidie, die er eerst wat uitzag als een eendagsvlieg, blijkt ondertussen alvast voor het komende jaar een blijvertje. De Minister verklaarde bovendien uitdrukkelijk dat het de bedoeling is om de maatregel structureel te behouden. Een tweede keer niets doen, kan niet : de federale overheid stelt de middelen ter beschikking, en ook het Essense OCMW-cliënteel heeft er dus recht op, net zoals de cliënten van OCMWs die de subsidie wel gebruiken.
Om zelf zaken te organiseren, is extra personeelsinzet nodig. Die is niet beschikbaar. Misschien vinden we ooit de ideale persoon die vanuit een art. 60-statuut voor en met de cliënten aan socio-culturele projecten kan werken (zie het voorbeeld van Eeklo uit het colloquium-verslag) en die dan ook de waardevolle, maar niet zo eenvoudige, denkpiste van een buurtfeest verder kan uitwerken. We willen daarnaar uitkijken, maar ondertussen willen we niet stilzitten. Daarom vinden we het belangrijk dat de participatiecheques een nieuw elan krijgen.
De beperking qua doelgroep kunnen we best laten vallen, en ook de beperking tot activiteiten binnen Essen lijkt ons niet langer verantwoord. We stellen daarnaast voor dat de cheques er ook als een fysieke cheque gaan uitzien. Weliswaar één die alleen bij het OCMW kan worden ingeruild en die dan ook nog vergezeld moet gaan van de nodige bewijsstukken om aan te tonen wat er mee betaald wordt. Maar op die manier gaat de cheque er veel meer uitzien als “geld waar je recht op hebt”. Bovendien willen we dat de cheque heel herkenbaar wordt, met een duidelijk logo bijvoorbeeld. Zodat ze aan andere zaken kan worden gekoppeld.
In de eerste plaats willen we namelijk dat bij de cheque een kleine folder wordt gevoegd waarop uitgelegd staat wat je er zoal mee kan doen. Bovendien willen we dat de cheque verwijst naar een rek in de gang/wachtruimte waar de nodige folders i.v.m. socio-culturele activiteiten worden bijeengebracht. Daarvoor zou aan de gemeentelijk cultuur-, sport-, en jeugddienst en aan de bibliotheek om medewerking moeten worden gevraagd.
Om dat rek nog verder tot leven te brengen, en ook omdat we het wel een goed idee vinden op zich, stellen we ook voor via de gemeentelijke diensten en de adviesraden aan al wie in Essen iets organiseert telkens te vragen enkele inkomkaarten gratis aan het OCMW ter beschikking te stellen. Die gratis kaarten kunnen dan in hetzelfde rek worden aangekondigd en gaan naar de eerste die erom vraagt.
Wat het budget betreft, vinden we het belangrijk dat de beschikbare subsidies op worden gemaakt (uiteraard zodanig dat we zeker zijn dat we ze ook terugbetaald krijgen). Het mag zelfs een beetje meer zijn, want ook bij de invoering van de participatiecheque -vóór de subsidie- besliste de Raad dat dit een beetje geld mocht kosten. Bovendien moeten we er rekening mee houden dat de federale overheid in de toekomst mogelijk alleen nog geld zal geven aan de OCMWs die er ook iets mee gedaan hebben.
We stellen daarom voor om in twee trappen te werken : tijdens de eerste helft van het “participatiejaar” (dat in het huidige KB van 1 mei tot 30 april loopt) krijgt iedereen aan cheque van 20 EUR. We houden bij hoeveel geld er werkelijk wordt opgemaakt (hoeveel cheques aan het OCMW worden aangeboden). Als blijkt dat na zes maanden meer dan 50% van de totale subsidie gebruikt is, dan geven we voor de tweede jaarhelft nog een cheque van 15 EUR. Is er meer dan 65% opgemaakt, dan beperken we ons tot 10 EUR.
Anderzijds : als blijkt er minder dan 40% is opgebruikt, dan maken we aan de cliënten bekend dat de middelen ook voor grotere uitgaven kunnen worden ingezet (tot max. 100 EUR), en dit zolang het budget strekt. Op die manier willen we ervoor zorgen dat onze cliënten van ons krijgen waar ze recht op hebben, én dat ons OCMW van de federale overheid krijgt waar het recht op heeft !
Tenslotte trekt ons OCMW binnenkort in de langverwachte nieuwe ruimtes. We zijn ervan overtuigd dat zowel bij het cliënteel als bij het personeel (en wie weet ook in de Raad ?) heel wat creatief talent verborgen zit. We stellen daarom voor om principieel te beslissen dat er een aantal kunstwerken, gemaakt door cliënten en/of personeel zullen worden opgehangen, dat de hiervoor gemaakte kosten volledig zullen worden terugbetaald (uiteraard met een maximumbedrag per werk van bijvoorbeeld 150 EUR) en dat de geïnteresseerden ook een voorschot kunnen ontvangen. Hoewel kunst ook experiment is, stellen we voor dat het voorschot toch terugvorderbaar is indien de pogingen echt geen resultaat opleveren…
Door dit actief bekend te maken (bijvoorbeeld door alvast een grote lege kader aan de muur te hangen) kunnen we wellicht interesse wekken. Als het succes heeft, kunnen we het initiatief overigens om de zoveel tijd herhalen, zodat er ook niet altijd hetzelfde aan de muur hoeft te hangen.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn van Essen beslist
1. dat het principieel de bedoeling is alle middelen die in de vorm van een subsidie om de sociale en culturele participatie te bevorderen door de federale overheid worden ter beschikking gesteld aan te wenden
2. hiertoe het reglement over de participatiecheque te wijzigen in de zin van het hierbijgevoegde reglement
3. dat in de wachtruimte/hal een rek wordt geplaatst dat duidelijk naar de cheques verwijst en waarin folders worden gezet met de nodige informatie over socio-culturele organisaties en activiteiten in en buiten onze gemeente
4. dat aan de gemeentelijke jeugd-, cultuur- en sportdienst en aan de bibliotheek om medewerking voor het vullen van dit rek wordt gevraagd en dat bovendien wordt voorgesteld om gezamenlijk met hen de vraag aan de Essense verenigingen te stellen om enkele vrijkaarten voor hun eigen organisaties aan het OCMW ter beschikking te stellen
5. dat alle OCMW-cliënten (op welke manier dan ook met het OCMW verbonden) en ook alle OCMW-personeelsleden en -mandatarissen worden uitgenodigd om een (ophangbaar) kunstwerk te produceren, daarvoor beroep kunnen doen op een tussenkomst in de gemaakte kosten tot 150 EUR, waarbij eventueel ook een voorschot kan worden gegeven; deze kosten worden eveneens benomen van de subsidie van de federale overheid
Ingediend door
Maria Ansoms (CD&V)
REGLEMENT OVER DE PARTICIPATIECHEQUE
Het OCMW kent jaarlijks twee participatiecheques toe aan de gerechtigden op het leefloon of het equivalent bestaansminimum en aan hun kinderen.
De participatiecheque is een toelage die de genoemde doelgroep moet stimuleren om deel te nemen aan het verenigingsleven of aan socio-culturele activiteiten binnen en buiten de gemeente Essen.
De participatiecheque is gericht op het brede vrijetijdsaanbod, zowel op het vlak van cultuur, sport, jeugd als ontspanning. De participatiecheque geldt voor deelname aan het verenigingsleven van Essen en voor activiteiten binnen en buiten de gemeente.
De participatiecheques worden uitgereikt aan de personen die aan de volgende twee voorwaarden voldoen :
1. In Essen wonen, wat aangetoond wordt met een inschrijving in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister of het wachtregister van de gemeente Essen.
2. Zich in één van de volgende drie situaties bevinden of zich in de loop van het jaar dat aan de aanvraag voorafgaat gedurende minstens drie maanden in deze situatie bevonden hebben :
· Voldoen aan de voorwaarden om te genieten van het recht op maatschappelijke integratie
· Het equivalent bestaansminimum ontvangen
· Minderjarig zijn en samenwonen met een persoon die aan de voorwaarden voor het recht op maatschappelijke integratie voldoet of het equivalent bestaansminimum ontvangt.
Bij de cheques wordt een folder gevoegd waarin wordt toegelicht hoe en waarvoor ze kunnen worden gebruikt.
De cheques vormen op zich geen vordering ten aanzien van het OCMW. De cheques worden tegen hoogstens hun nominale waarde aan de gerechtigde terugbetaald door het OCMW op voorwaarde dat de gerechtigde de bewijzen levert van lidmaatschap van een culturele, sport- of jeugdvereniging in Essen; of van deelname of bezoek aan een activiteit van een culturele, sport- of jeugdvereniging in of buiten Essen; of van een bezoek aan een culturele voorstelling of sportief evenement in of buiten Essen. De terugbetaling wordt beperkt tot 75 % van het bedrag dat de participatie aan het verenigingsleven of de activiteiten effectief gekost heeft.
Het bedrag van de cheque wordt gekoppeld aan de subsidie die de federale overheid toekent teneinde de sociale en culturele participatie van het OCMW-cliënteel te bevorderen. De looptijd van deze subsidie, het “participatiejaar”, wordt als uitgangspunt genomen.
In de eerste helft van het participatiejaar wordt aan alle rechthebbenden een cheque van 20 EUR bezorgd. Na verloop van zes maanden wordt nagekeken welk deel van de subsidie werkelijk is terugbetaald aan de rechthebbenden.
Indien de totale terugbetaling 50% van het subsidiebedrag overschrijdt, dan wordt in de tweede jaarhelft een cheque van 15 EUR uitgereikt aan de rechthebbenden. Indien de totale terugbetaling 65% van het subsidiebedrag overschrijdt, dan wordt nog slechts een cheque van 10 EUR uitgereikt.
Indien de totale terugbetaling minder bedraagt dan 50% van het subsidiebedrag, dan wordt in de tweede jaarhelft opnieuw een cheque van 20 EUR uitgekeerd aan de rechthebbenden. Indien na verloop van zes maanden blijkt dat minder dan 40% van de subsidies d.m.v. een werkelijke terugbetaling werd aangewend, kunnen de rechthebbenden vragen om extra cheques ten bedrage van hoogstens 100 EUR per persoon, en dit zolang het budget het toelaat. Deze vraag wordt door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn behandeld. In dit geval kan deze Raad ook beslissen dat in individuele gevallen de grens van 75% uit artikel 5 wordt opgeheven.
De financiële en de sociale dienst voeren dit artikel uit en bepalen aldus het bedrag van de cheques.
De cheques moeten gebruikt worden in het participatiejaar waarin ze zijn uitgegeven, later kunnen ze niet meer worden terugbetaald.
De participatiecheques worden uitgereikt en terugbetaald door de sociale dienst van het OCMW,
Dit reglement gaat in op de eerste dag van de maand na de goedkeuring van dit reglement. Alle betwistingen betreffende de toepassing ervan worden beslecht door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.