Ook VU Essen wil nieuw jeugdcentrum
Naar aanleiding van het SP-voorstel om een jeugdcentrum met fuifzaal en vestigingsplaats voor het Sjoc op te richten achter de gemeentemagazijnen deelt de Essense VU mee dat ze dit voorstel niet ongenegen is.
De VU dringt al veel langer aan op een gemeentelijke fuifzaal. Binnen de Jeugdraad werkt VUJO-afgevaardigde Tom Bevers sinds jaren mee aan dit dossier, wat ondermeer zijn weerslag vindt in de nota “Jongeren, uitgaan en infrastructuur” die door de Werkgroep Advies en Beleid van de Jeugdraad in 1995 werd opgemaakt en dat in het Jeugdwerkbeleidsplan 1996-1998 werd opgenomen, en in het JWBP 1999-2001 waar de oprichting van een fuifzaal als één van de prioriteiten naar voor wordt geschoven, nadat de Volksuniejongeren in 1997 al een concreet voorstel deden omtrent een nieuwbouw, met een specifieke beheersstructuur (zie bijlagen). Dit laatste JWBP werd door de gemeenteraad unaniem goedgekeurd, waar door VU-raadslid Dirk Smout in de gemeenteraadsbespreking van augustus 1999 nog aan werd herinnerd.
De VU wijst er ook op dat zij zich in augustus laatsleden als enige Essense partij duidelijk voor de vestiging van een fuifzaal in de voormalige kleuterschool in de Beliestraat heeft uitgesproken.
De VU heeft binnen de bestuursmeerderheid dit dossier warm gehouden, maar stelt met de SP vast dat er voorlopig alleen luchtkastelen worden gebouwd. De burgemeester lijkt nog wel aan een aantal denkpistes te werken, maar concrete resultaten blijven vooralsnog uit. VU-raadslid Dirk Smout heeft daarom een amendement op het SP-voorstel ingediend, dat de princiepsbeslissing om een nieuw jeugdcentrum op te richten pas doet ingaan indien het schepencollege niet voor 1 juni een alternatief voorstel aan de gemeenteraad voorlegt. Indien burgemeester Schrauwen werkelijk op het goede spoor zit, moet hij er binnen die termijn in kunnen slagen een positieve oplossing voor zowel een fuifzaal als het Sjoc aan de raad voor te leggen.
Overigens werd het SP-voorstel, dat als belangrijkste verdienste heeft een realistische locatie naar voor te schuiven, door de Jeugdraad unaniem positief geadviseerd. Ook jeugdschepen Imelda Schrauwen (CVP) sloot zich erbij aan. Dat toont nogmaals aan dat de jeugd de nood aan een fuifzaal sterk aanvoelt. Hiervoor zijn volgende argumenten :
* Het Essense jeugdwerk, met alleen in de jeugbewegingen (Chiro, Scouts, KSJ, KLJ) ongeveer 1.000 aangesloten leden en meer dan 150 begeleiders, is financieel afhankelijk van fuiven, louter voor zijn overleven. De huidige situatie, waarbij enerzijds zeer veel fuiven in tenten worden georganiseerd, en anderzijds naar kleine en onvoldoende uitgeruste zalen wordt uitgeweken, voldoet voor niemand. Er wordt veel overlast veroorzaakt, de organisatie vraagt zeer veel werk en de opbrengst blijft relatief laag. De verstrengde normen bieden sowieso minder mogelijkheden.
* Het is belangrijk dat jongeren kansen krijgen om in eigen gemeente uit te gaan. Dat vermijdt gevaarlijke verplaatsingen. Het vermijdt ook dat al te veel een beroep moet worden gedaan op ouders of andere bereidwillige chauffeurs.
* Een gemeente als Essen, die de ambitie heeft om een echte “gemeenschap” te blijven, kan dat uiteraard niet waarmaken als de jeugd daarin geen plaats krijgt. Als op twee na “jongste” gemeente in Vlaanderen (Essen heeft na Wuustwezel en Houthalen-Helchteren het hoogste percentage -25-jarigen onder zijn inwoners) kan Essen op dit vlak niet achterblijven.
Vanuit het standpunt van enkele jeugdwerkorganisaties geldt de vraag minder, aangezien zij kunnen rekenen op een ingeburgerd en aanvaard openluchtevenement. Dat neemt niet weg dat ook zij voor fuiven van bijvoorbeeld bepaalde leeftijdsgroepen toch op een zaaltje of een tent aangewezen zijn.
De principiële VU-steun voor het SP-voorstel neemt niet weg dat een aantal vragen vooralsnog onopgelost blijven. Zo moet er duidelijkheid komen over de exploitatie van de zaal en de kost die aan de gebruiker zal worden aangerekend. Daarnaast is er nood aan een duidelijk fuifreglement, dat er ondermeer voor moet zorgen dat de overlast voor de omwonenden zoveel mogelijk wordt beperkt. Verder zou het ook onverstandig zijn een dergelijke zaal gedurende de week leeg te laten staan. Misschien kan worden overwogen om er bepaalde sporttakken in mogelijk te maken, maar ook andere mogelijkheiden kunnen worden nagegaan.
Tenslotte wijst de VU erop dat ook voor de Wereldwinkel desgevallend een passende locatie moet worden gezocht.