Op eigen risico
Het gemeentebestuur subsidieert eenmalige culturele projecten met een uitzonderlijk karakter. Daarbij wordt een deel van de kosten terugbetaald, maar bij verlies kan ook een hogere subsidie worden toegekend.
De subsidie kan enkel gebruikt worden voor projecten die de normale werking van een vereniging overstijgen. Als ze aan de voorwaarden voldoen, krijgen de organisatoren 5% van de gemaakte kosten terugbetaald door het gemeentebestuur. Als de organisatie echter met verlies afsluit, kan het schepencollege beslissen “minimum 5% en maximum 50%” van de kosten terug te betalen. Geert Vandekeybus (N-VA/PLE) legde uit dat het systeem voor de verenigingen daarmee onvoorspelbaar wordt. Bovendien vroeg hij zich af of het de taak van de gemeente is om een soort van verzekering tegen verlies te voorzien, want dat zou kunnen aanzetten tot onvoorzichtigheid. Hij pleitte ervoor om gewoon een vast percentage van de kosten te subsidiëren. Dirk Smout (N-VA/PLE) vulde aan dat daarmee niet alleen voor een eenvoudig, maar ook voor een objectief systeem zou worden gekozen, waarbij het schepencollege niet zomaar naar eigen goeddunken zou kunnen beslissen. Maar burgemeester Van Tichelt (CD&V) antwoordde dat sommigen zonder het vangnet wellicht niet aan sommige projecten zullen beginnen, en cultuurschepen Hennekam (sp.a) vond dat het ideale subsidiesysteem niet bestaat. Waarna de meerderheidspartijen het reglement goedkeurden. Wie gebruik wil maken van de subsidie, neemt best contact op met de gemeentelijke cultuurdienst.