Skip to content

Een beter bestuurd Essen

  • We professionaliseren de gemeentelijke dienstverlening en doen méér met minder belastinggeld.
  • Wegenwerken pakken we beter aan : we organiseren vooraf inspraak en kiezen doordacht een aannemer; we overleggen meer met alle betrokkenen, volgen de werken beter op en dwingen indien nodig de planning af.
  • Essenaren die een vrijwillig engagement opnemen, in het kader van het gemeentebestuur of daarbuiten, respecteren we en nemen we ernstig.

Inleiding

Goede ideeën en sterke plannen voor een beter bestuurd Essen.  Daar is geen beginnen aan zonder de nodige werkinstrumenten.  En ook niet zonder mensen die de handen uit de mouwen willen steken.  Daarom willen we het eerst hebben over de werking van het gemeentebestuur zelf.  Dat is immers het vertrekpunt.  De hoekstenen van het Essen dat we gaan uitbouwen zijn : een optimale gemeentelijke dienstverlening, een consequent personeelsbeleid, doordachte financiën, en een transparant bestuur dat openstaat voor de inbreng van iedereen.

1 Dienstverlening waarbij de Essenaar centraal staat

Iedereen maakt het wel eens mee : een overheidsdienst, een ziekenhuis, een bank of een telecombedrijf dat je het gevoel geeft dat jij er voor hen bent.  Dat jouw leven in hun regeltjes moet passen.  Dat je dom bent als je niet weet welk formulier je had moeten meebrengen.

Zo mag het gemeentebestuur van morgen niet werken.  Wie in het gemeentehuis komt, wie belt, mailt of een brief schrijft zal onmiddellijk een belletje doen rinkelen.  “Hoe kunnen we helpen ?”, zal de eerste vraag zijn die wordt gesteld.  Wie een bouwvergunning vraagt, moeten we uitleggen welke premies er allemaal zijn.  Vraagt iemand toelating voor een buurtfeest, dan moeten we er ook meteen bij vertellen dat je feestmateriaal kan uitlenen.  Natuurlijk maken we dat dan ook meteen in orde, zodat niemand van loket naar loket wordt gestuurd.  Of van het kastje naar de muur.  En als u iets vraagt dat niet kan, niet mag of dat u beter niet doet, dan willen we altijd proberen alternatieven aan te reiken en andere mogelijkheden te geven.  Zonder u een lesje te willen leren of op de vingers te tikken.  Als gemeentebestuur gebruiken we in onze communicatie daarom altijd een duidelijke, eigentijdse, beleefde en correcte taal.

Antwoord binnen veertien dagen

Alle vragen die gesteld worden, worden ook stipt genoteerd.  Hoe ze ook binnen komen.  Zodat we een goed overzicht houden.  En iedereen krijgt altijd binnen de veertien dagen antwoord – of sneller, natuurlijk.  Ook als het om vervelende vragen gaat.  Of zelfs om klachten.  In dat geval zetten we niet zomaar onze stekels op.  We vegen de klacht niet onder de mat, en degraderen ze ook niet ongevraagd tot “maar een melding”.  Tweedelijnsklachten laten we mee bekijken door iemand van buiten het gemeentebestuur.  Dat vinden we belangrijk, want uit klachten kunnen we heel veel leren. Elke klacht is een gratis advies.  Daarom maken we de klachtenprocedure ook heel duidelijk bekend.  Met een formulier op de website.  En een folder bij het onthaal.

Nu we het toch over de website hebben…  Die werd grondig vernieuwd, en dat is een goede zaak.  Maar we willen nog verder gaan.  De Essenaar moet er terechtkunnen voor zoveel mogelijk administratieve procedures.  Wie graag van achter de computer zijn zaakjes regelt, moet dat kunnen.  Dat buurtfeest bijvoorbeeld, dat zou je in orde moeten kunnen maken door één formulier in te vullen.  En vervolgens zorgen de verschillende diensten in het gemeentehuis ervoor dat alles bij de juiste persoon belandt.

Neemt u liever de telefoon ? Prima ! De meest voor de hand liggende vragen worden meteen door het onthaal beantwoord.  Lukt dat niet, dan wordt u doorverbonden.  Maar ook dan zorgen we ervoor dat u hetzelfde antwoord krijgt als wie langskomt, of wie een e-mail stuurt.  Moet er een formulier worden ingevuld ? Dan doen we dat even voor u.

Komt u graag zelf naar het gemeentehuis ? Ook goed.  Sommige dingen kan je niet opsturen, natuurlijk.  Bovendien is het vaak handiger om even binnen te springen als je meer informatie wil.  En niet alle diensten kunnen altijd open zijn.  Maar bij het onthaal kan u voor heel wat dingen zo terecht : een vuilniszak, kaarten voor een toneelvoorstelling, … En als u even een seintje geeft, kunnen we altijd iets voor u klaarleggen.

Natuurlijk zal u soms bij de gespecialiseerde dienst willen aankloppen.  Bij de bouwdienst of de milieudienst.  Of de jeugddienst.  Daarvoor moeten de deuren open staan.  We verbergen die diensten liever niet meer achter algemene “balies” (zoals de vrije tijds- en de omgevingsbalie), die u dan uiteindelijk toch moeten doorverwijzen.  We hebben specialisten in huis, en die zullen voor u klaar staan ! Zo hoort dat.

Het gemeentebestuur komt naar u toe

Als u niet naar ons komt, dan komen we naar u.  Met de Vliegende Ambtenaar, als u erom vraagt.  En ook met het gemeentelijk infoblad.  Daar halen we de politiek helemaal uit weg.  De politieke partijen in onze gemeente zijn sterk genoeg om zelf hun burgemeester, hun schepenen en raadsleden in de kijker te zetten.  Zo maken we plaats vrij om meer aandacht te geven aan wat er bij de mensen in onze gemeente leeft.

Naast het infoblad blijven we alle andere informatiekanalen gebruiken.  De website en de sociale media, zoals Facebook, blijven we inzetten.  Maar we denken aan iedereen : als we uw straat opnieuw aanleggen dan bezorgen we u vooraf netjes een brief met alle informatie : wat gaat er gebeuren, wanneer, waarom…  We gaan dat zelf doen, en het niet langer overlaten aan aannemers.  Die doen het asfalt, wij doen de communicatie – ieder z’n job ! Als het moet, bellen we u op.  Of we komen gewoon even langs.  We proberen namelijk de informatie naar u te brengen op de manier die u het liefst wil.

Dezelfde vraag krijgt ook steeds hetzelfde antwoord, of het nu op papier staat, op een scherm verschijnt, of door de telefoon of aan het loket verteld wordt.  Om dat goed te kunnen doen, gaan we alle gemeentelijke reglementen bij elkaar brengen, in één gemeentelijke codex.  Dat wordt al lang beloofd, maar we gaan daar nu ook werk van maken.

Dat geldt trouwens ook omgekeerd : als we van u iets vragen, is het de bedoeling dat u niet elke keer opnieuw hetzelfde formuliertje moet invullen met allemaal dezelfde gegevens.  Wat we weten, moeten we ook onthouden.  En we gaan optimaal gebruik maken van alle databanken waar we toegang toe hebben.  Daar zit ontzettend veel in, en we kunnen er heel wat uit leren.  We gaan daarbij natuurlijk wel netjes de nieuwe privacyregels respecteren !

Ook voor u maken we het tenslotte gemakkelijker om aan informatie te raken.  We gaan alle bestuursgegevens (verslagen, rapporten…) actief beschikbaar maken via de website.  Niet alleen omdat de Vlaamse overheid dat verplicht maakt, maar omdat we het zelf willen.  Ook de verslagen van het wekelijkse schepencollege, om maar iets te noemen.  En als u graag een document wil inzien, gaan we u daarbij helpen.  Want we worden graag op de vingers gekeken.  Dat houdt ons scherp !

2 Gemotiveerd en bekwaam personeel dat meedenkt

U had het al begrepen, we gaan heel wat vragen van ons personeel.  Er gaat de volgende zes jaar hard gewerkt moeten worden.  Gelukkig hebben we veel goede en enthousiaste mensen.  We blijven wel vinden dat er wat fout zit in de organisatie, al werd de structuur verbeterd in het kader van de “inkanteling” van het OCMW.  Inderdaad, het OCMW wordt samengevoegd met het gemeentebestuur.  Zoals we dat in Essen al jaren voorstelden.  Hier werd niet geluisterd, in Brussel gelukkig wel.  Die inkanteling ronden we af, en we zorgen ervoor dat iedereen er beter van wordt : de OCMW-cliënten en het personeel.

We vertrekken verder vanuit het principe dat al onze personeelsleden mogen –nee, moeten– meedenken over het beleid.  Het is te gek dat goede voorstellen die dicht bij het terrein ontstaan eerst door alle chefs moeten worden gefilterd.  We moeten daarom de procedures zo aanpassen dat er korter op de bal wordt gespeeld, en dat ideeën op hun waarde worden beoordeeld, of ze nu van de secretaris of van de poetsvrouw komen.  Als het echt nodig is, moet er zelfs altijd een rechtstreekse lijn van het personeel naar het schepencollege lopen.

En andersom : het schepencollege moet natuurlijk niet de dagelijkse werking van het gemeentehuis regelen, maar het heeft wel de finale verantwoordelijkheid.  Ook over het personeelsbeleid.  Schepenen zijn niet verkozen om zich achter de rug van ambtenaren te verstoppen.

Verder  willen we in de eerste plaats de organisatie aanpassen.  We vinden dat er te veel tussenniveaus zijn in het gemeentebestuur.  We gaan de hele structuur platter maken.  Het gemeentepersoneel zal daardoor zo dicht mogelijk bij het terrein ingezet worden, om goed in te kunnen spelen op wat er leeft.  Een dienst openbare werken leid je niet alleen vanuit je bureau, een milieudienst aansturen vereist dat je regelmatig de laarzen aantrekt.

Zo kunnen we ook sneller werken.  Sommige procedures nemen in Essen veel meer tijd in beslag dan in andere gemeenten, en daar willen we komaf mee maken.  En we moeten ook veel vlugger kunnen reageren op kleine mankementen en problemen.  Denk aan putten in de weg, of zwerfvuil.  Daarom willen we het dagdagelijkse onderhoud van wegen, parken, … niet langer uitbesteden.  We hebben voldoende capaciteit in huis om dat zelf te doen.

Om dat te realiseren moeten we de hele werking eens opnieuw grondig doorlichten.  Het is immers ook niet langer mogelijk om onbeperkt personeel te blijven aanwerven.  Daarom moeten we iedereen zo goed mogelijk inzetten, en gaan we er dus eens heel goed over nadenken hoe we de taken best verdelen.

We stappen af van het idee dat voor één functie steeds één personeelslid nodig is.  Als iemand ergens goed in is, dan moet hij of zij voor die taak toch op verschillende plaatsen en in verschillende diensten kunnen ingezet worden ? Of als onze gemeente iemand met een specifieke opleiding nodig heeft, en Wuustwezel ook –denken we maar aan een landbouwambtenaar–  waarom delen we dat personeelslid dan niet ? En waarom zou iemand geen twee functies kunnen combineren ?

Door af te stappen van het idee dat voor één functie steeds één personeelslid nodig is, en door de organisatie platter te maken, wordt het ook mogelijk om nieuwe functies in te vullen. Voor ons is het immers duidelijk dat er nood is aan gespecialiseerde kennis rond mobiliteit, aan een sterkere ondersteuning van de lokale economie, aan een actiever erfgoedbeheer, en aan buurtbemiddeling.  Bovendien gaan we heel sterk inzetten op opvolging. Iets in gang zetten, een brief sturen of een plan opmaken volstaat niet. We moeten dag in dag uit zorgen dat het ook op het terrein wordt waargemaakt.  Maar dat moet kunnen zonder dat het aandeel van de personeelskosten (en de pensioenkosten) in de totale uitgaven nog verder stijgt.

Gezien de uitdaging kunnen we het ons niet permitteren om niet voor elke functie de beste kandidaat aan te werven.  Los van leeftijd, herkomst, familie, politieke kleur of vakbond.  Daar maken we dus een erezaak van.  Dat begint al bij de samenstelling van een zo onafhankelijk mogelijke jury.

Ook na de aanwerving trekken we dezelfde principes door.  Goed werk moet beloond worden, maar iemand “chef” maken is daarvoor niet altijd de juiste oplossing.  Al zullen er natuurlijk wel “hoofden” blijven.  Maar die staan tussen hun mensen, ondersteunen hen en denken met hen mee.  Dat heet participatief management.  We willen vooral iedereen vertrouwen geven.  In het gemeentehuis van morgen telt niet meer welke graad je hebt, maar het werk dat je doet.  Iedereen heeft in z’n job ook recht op duidelijke feedback.  Daarom zorgen we ervoor dat het evaluatiesysteem goed werkt – meteen kunnen de medewerkers dan ook hun mening kwijt.  En goed werk krijgt waardering.  Al zal het soms bij een schouderklopje moeten blijven, want het wettelijk personeelsstatuut maakt niet altijd meer mogelijk.

Ook als gemeente hebben we tenslotte te maken met een arbeidsmarkt waarin de job-voor-het-leven al lang niet meer de norm is.  Gelukkig maar, want onze economie heeft meer mobiliteit nodig.  We moeten er daarom rekening mee houden dat de kennis die onze mensen hebben opgebouwd snel moet kunnen worden doorgegeven aan nieuwkomers.  En we moeten er zelf met een sterk opleidingsbeleid voor zorgen dat onze mensen hun hele loopbaan door inzetbaar blijven.  Ook als ze een tijdje elders aan de slag willen gaan…

Niet alles moet aan het Heuvelplein beslist worden

Het gemeentebestuur denkt en werkt vaak ook te sterk vanuit de logica dat alles aan het Heuvelplein moet worden beslist.  Dat is niet meer van deze tijd.  We geven daarom meer zelfstandigheid aan de zogenaamde “buitendiensten”, zoals de twee scholen, zodat ze voor hun dagdagelijkse werking hun eigen financiële boontjes kunnen doppen.  Budgethouderschap, heet dat.

We zeiden het al : de werking moet daarvoor grondig doorgelicht worden.  Daarvoor is de basis gelukkig al gelegd, in de inkantelingsoperatie.  Daarop bouwen we verder, zodat we tot een echte permanente opvolging komen.  “Interne audit” heet dat dan.  Dat is nodig in een grote organisatie zoals het gemeentebestuur.  Het mag niet zomaar een formele procedure worden, want door onszelf voortdurend te evalueren, gaan we ook geld kunnen uitsparen.  En beter kunnen besturen. Die evaluatiecultuur gaan we trouwens in de hele organisatie doortrekken.  We gaan actiever nagaan wat de effecten van ons beleid zijn, zodat we kunnen bijsturen.  We gaan in  het meerjarenplan eindelijk met echte indicatoren werken, die aangeven hoe ver we staan met onze plannen.  ‘Meten is weten’, dus wij gaan onze performantie, onze resultaten, meten zodat het niet bij loze beloftes blijft en we tijdig kunnen bijsturen waar nodig. En we gaan de Essenaren nog meer om hun mening vragen, bijvoorbeeld via enquêtes of panels.  Want de plannen die we voor ogen hebben zijn natuurlijk waardeloos als ze op het terrein geen resultaten hebben !

Trouwens, vaak leer je best iets door het te doen.  Daarom gaan we de komende jaren bewust af en toe “pilootgemeente” zijn als de Vlaamse overheid nieuwe regels invoert of een andere manier van werken in het vooruitzicht stelt.  Daar helpen we anderen mee, maar vooral onszelf.  Een beetje voorsprong nemen kan nooit kwaad !

U merkt het, samen met het personeel gaan we hard werken de komende jaren.  En dat mag best gezien worden.  Wie voor het gemeentebestuur werkt, moet zichtbaar stevig aan de slag zijn.  Zodat de Essenaar weet dat er gewerkt wordt !

3 Een sterk college, een sterke gemeenteraad, sterke adviesraden

Op 14 oktober kiest u 25 gemeenteraadsleden.  25 mensen die zes jaar lang het beste van zichzelf willen geven om onze gemeente mee te besturen.  Het zou zonde zijn om die alleen elke maand enkele uurtjes als stemmachine te gebruiken.  We gaan de gemeenteraad daarom anders aanpakken.  We kiezen opnieuw een voorzitter die niet in het schepencollege zit, maar geven die veel meer mogelijkheden om de agenda te organiseren.

Zo voeren we een opdeling in “A-punten” en “B-punten” in. In die laatste groep zitten de zaken waarover toch niet wordt gediscussieerd (kennisnames, gratis grondafstand e.d.).  Die worden in één blokje op het eind van de gemeenteraad behandeld.  En voor de A-punten maken we afspraken met de verschillende fracties over het debat, zodat we zeker zijn dat de verschillende standpunten aan bod komen en voldoende duidelijk zijn, ook voor wie toevallig de gemeenteraad bijwoont.  De interessantste punten plaatsen we sowieso vooraan in de agenda, ook al zijn ze door de oppositiepartijen ingediend.

We geven de Essenaren ook de kans om sterker bij de gemeenteraad betrokken te worden.  In de eerste plaats gaan we de zittingen van de raad via het internet “streamen”.  We maken ook de mogelijkheden om punten op de agenda te zetten beter bekend, en trekken de rondvraag open. Niet alleen de raadsleden mogen vragen stellen, ook het publiek mag dat.  Dat is veel beter dan het “vragenhalfuurtje” vóór de gemeenteraad waar nu toch niemand gebruik van maakt.  We vragen wel aan iedereen, ook de raadsleden, dat ze hun vragen vooraf aankondigen.  Zodat de voorzitter de raad goed kan organiseren.

Ook de commissies worden versterkt.  Het voorzitterschap wordt evenredig tussen alle fracties verdeeld.  We maken bovendien afspraken zodat de voorzitters zelf de voorbereiding van hun commissie beter in handen kunnen houden.  Bovendien moeten ze ook beter bij de uitvoering van de beslissingen betrokken worden, zodat ze op hun domein echt het schepencollege kunnen aanvullen.  Ook de gemeenteraadsleden die een voorstel indienen dat wordt goedgekeurd, willen we veel meer betrekken bij de uitvoering daarvan.

De gemeenteraadsleden krijgen ook een betere ondersteuning.  We bekijken samen met hen waar ze het meeste nood aan hebben.  We zorgen er ook voor dat hun vragen sneller worden beantwoord.  Ook voor hen zetten we het meedenk-principe voorop : wie een dossier wil opvolgen moet automatisch de nodige informatie krijgen, zonder daar elke keer opnieuw om te moeten vragen.

Een sterke gemeenteraad moet centraal staan in het gemeentelijk beleid.  De raadsleden moeten de mogelijkheid hebben om het schepencollege goed te controleren, maar ook om zelf de hoofdlijnen van het beleid uit te tekenen.  De nieuwe “Beleids- en beheerscyclus” moest tot een betere beleidsplanning leiden.  Tot nu toe is dat niet echt gelukt, en dat is jammer.  We willen daarom zo transparant mogelijk werken, bijvoorbeeld door over alle beleidsdomeinen uitgebreid te rapporteren, niet alleen over domeinen die toevallig als “prioritair” zijn aangeduid.  We willen ook zorgen dat de financiële en beleidsprocessen zo helder en doorzichtig mogelijk zijn voor de raadsleden.  Zodat ze weten wat er wanneer en door wie werd beslist, en wat de volgende stappen zijn.  Bovendien mag het niet zo zijn dat de raadsleden na de goedkeuring van grote plannen monddood worden gemaakt.  Ook bij de belangrijkste stappen in de uitvoering moeten ze betrokken worden.

De gemeente beslist opnieuw zelf

Daarom moeten we de relatie met een aantal “aanhangsels” van de gemeente herbekijken.   Het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) gaan we niet langer gebruiken om beleid te maken.  Dat hoort niet.  Zolang de BTW-regeling voor gemeentebesturen niet is aangepast behouden we het AGB wel. Het financiële nadeel zou anders te groot zijn.  Zodra het BTW-voordeel verdwijnt, heffen we het AGB op.  Ondertussen zal het alleen nog de zuivere uitvoering mogen doen van zaken die vooraf door de gemeenteraad beslist zijn, en alleen op domeinen waar een BTW-voordeel bestaat.  We maken het schepencollege zelf ook directiecomité van het AGB, en de volledige gemeenteraad wordt raad van bestuur, zoals het aangepaste gemeentedecreet het mogelijk maakt.

De gemeentelijke vzw’s worden geëvalueerd.  Dat geldt met name voor de vzw Kobie, de programma-vzw die culturele manifestaties moet organiseren.  We vinden het natuurlijk belangrijk dat er veel vrijwilligers bij het cultuurbeleid betrokken zijn, maar dat hoeft niet via de vzw-structuur te gebeuren.  Hetzelfde geldt voor de vzw Turnhal : ook daar willen we samen met de turnverenigingen en de school nagaan of de vzw-structuur en de financiering daarvan wel de beste keuze is, ook op langere termijn.  Het principe moet voor ons zijn dat alles wat gemeentelijk beleid is bij de gemeenteraad en het schepencollege moet blijven.  Alleen om de uitvoering te vergemakkelijken, hebben vzw’s zin.

Met andere vzw’s en instellingen die  leven van gemeentelijke middelen, maken we glasheldere afspraken, ook over de controle op de financiën. Essen is voorts aangesloten bij een aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, of intercommunales zoals ze vroeger werden genoemd.  Sommige daarvan zijn heel zinvol, en daar willen we dan ook een actieve rol in blijven spelen.  Maar vooral in de energiesector zitten we in structuren waar we eigenlijk niets aan te zeggen hebben.  Dat heeft weinig zin.  Gelukkig wordt er daar nu onder impuls van de Vlaamse overheid naar een vereenvoudiging gezocht.  We werken daaraan actief mee, en zoeken uiteindelijk naar manieren om er met zo weinig mogelijk financiële gevolgen voor de gemeentekas uit te stappen.

Goed ondersteunde en kritische adviesraden

De adviesraden werden de voorbije jaren veel te vaak verwaarloosd.  We willen ze opnieuw versterken : de cultuurraad, de seniorenraad, de jeugdraad, de sportraad, de raad voor lokale economie, de welzijnsraad, de raad voor internationale samenwerking, de Minaraad, de beheerraad van de bibliotheek en de Gecoro.  We vinden het namelijk heel belangrijk dat het gemeentebestuur input krijgt voor het beleid, en dat we onze ideeën aan een kritische stem kunnen toetsen.  In de eerste helft van 2019 stellen we op elk beleidsdomein samen met de adviesraden een kaderplan voor het beleid op, en we maken afspraken over de input die we van hen verwachten, maar ook over hoe we daarop gaan inspelen.  Zo engageren we er ons toe om altijd een motivering te geven wanneer we een advies niet zouden volgen.  We geven de adviesraden bovendien de garantie dat ze bij grote projecten binnen hun beleidsdomein van nabij betrokken zullen worden.

We gaan ook bewust werk maken van kritische adviesraden.  Dat geldt met name voor de Gecoro (ruimtelijke ordening).  Die werd tot nu toe te veel als verlengstuk van het schepencollege gezien.  Wij willen een Gecoro die ons durft tegenspreken, die het beleid kritisch tegen het licht houdt.  Zodat er betere plannen worden opgemaakt.

De leden van de adviesraden krijgen toegang tot het extranet.  Ze kunnen er alle documenten van hun eigen raad terugvinden, maar ook de beleidsdocumenten die met hun domein te maken hebben.  Zo kunnen ze goed volgen wat er gebeurt.  We zeiden het al : als transparant gemeentebestuur willen we graag op de vingers gekeken worden.

En het schepencollege ? We maken werk van een sterk college, dat krachtig bestuurt op hoofdlijnen, en voor de uitvoering van het beleid het nodige vertrouwen geeft aan de diensten.  Een college dat niet vervalt in ad hoc discussies over punten en komma’s, maar dag na dag, week na week de bakens uitzet om een heldere visie op het Essen van morgen op het terrein vorm te geven.  Een college ook dat aanspreekbaar is op zijn beleid en daarvoor verantwoording wil afleggen.  En dat er samen met het personeel een strikte deontologische code op nahoudt, zodat elke mogelijke belangenvermenging (met leveranciers, projectontwikkelaars, studiebureaus…) absoluut wordt vermeden.   Om te zorgen dat alles helder, correct en transparant verloopt willen we bijvoorbeeld dat bij elk overleg over een concreet dossier of over het te voeren beleid naast de burgemeester of een schepen ook altijd een ambtenaar aanwezig is, die expertise inbrengt en zorgt voor een verslag.

4 Gezonde financiën

De omschakeling naar de Beleids- en Beheerscyclus bracht ook voor de gemeentelijke financiën een grote wijziging mee.  Omdat er geen reservefondsen meer konden worden opgebouwd, was het in de eerste jaren van de voorbije legislatuur moeilijk om te zien welke richting het financieel beleid uitging.  De schulden daalden sterk, maar dat gebeurde in elke Vlaamse gemeente.

Maar nu is alles weer duidelijk.  Het financieel beleid veranderde niet.  Er wordt nog altijd te veel belastinggeld geïnd, waarmee te weinig wordt geïnvesteerd.  Dat ziet u wel aan veel Essense wegen.  Daardoor is er een inhaalbeweging nodig.  Het goede nieuws is dat daar financiële ruimte voor is. Dankzij u, de belastingbetaler.  Daarom gaan we zo snel mogelijk een lange termijnplanning voor de financiën en de investeringen opmaken.  We willen er ook voor zorgen dat we de overschatting van de kosten en de onderschatting van de opbrengsten verder terugbrengen – ofwel in het meerjarenplan zelf, ofwel in een parallel rapporteringssysteem.  Dan krijgen we echt zicht op de financiële ruimte.  Zoals we hierboven al aanhaalden willen we ook de interne audit op punt zetten.  We maken een stevige kostenanalyse en koppelen die aan een effectmeting.  Met die informatie kunnen we dan plannen.  We stoppen ermee om elk jaar in maart te beslissen welke wegen we dat jaar gaan aanpakken.  Vanaf nu gaan we vooruitkijken.  En dat doen we ook met de voetpaden en de fietspaden.  Met alle openbare werken eigenlijk.

Zodra we die planning hebben, kunnen we ook vastleggen hoeveel belastingen we nodig hebben.  Kan dat met minder dan vandaag, dan is dat prima.  Het geld komt uit uw geldbeugel, en u weet eerlijk gezegd veel beter dan wij hoe u dat moet besteden of beleggen.  Meer doen met minder, dat wordt ons devies.  Voor werken die jaren moeten meegaan, gaan we ook een lening aan – zoals ieder gezin dat een huis koopt dat zou doen.

Tenslotte, ook belastingen moeten we durven evalueren.  We stelden de voorbije jaren vast dat de belasting op reclamebladen haar doel niet bereikt.  Iedereen kan zien dat er nog altijd elke week een pak papier in de brievenbus valt.  Dan kunnen we beter het gebruik van de bekende stickers “geen reclame” promoten.  Zo bepaalt u zelf wat u wel en niet in de bus wil.  Bovendien zijn nu ook bladen het slachtoffer die toch wel de moeite van het lezen waard zijn. We willen allemaal graag op de hoogte gehouden worden van wat er in onze regio gebeurt.  Die belasting schaffen we dus af.

Ook de “activeringsheffing”, die ingesteld werd om onbebouwde bouwgronden op de markt te krijgen, heeft geen zin.  Niet alleen probeert ze de Essenaren aan te zetten om de open ruimte die we nog hebben nog sneller vol te bouwen, de belasting is ook zo uitgewerkt dat ze eigenlijk geen effect kan hebben.  Nog een belasting die op de schop gaat, dus.

5 Een degelijk patrimoniumbeleid

Een gemeentebestuur beheert heel wat gebouwen.  Om beleid te voeren is dat ook nodig.  Bovendien zijn in de loop der jaren nogal wat gebouwen eigendom van het gemeentebestuur geworden.  Soms als gevolg van een bewuste keuze, soms eerder toevallig.  Zo gaat dat nu eenmaal.  Het is daarom nodig en nuttig om het hele patrimonium regelmatig opnieuw te evalueren.  Daartoe moeten keuzes worden gemaakt en heldere lijnen worden getrokken.  We vertrekken daarbij vanuit de gebouwen die het gemeentebestuur nu in bezit heeft.  Gedane zaken nemen namelijk geen keer, en de fouten uit het verleden zijn geen excuus om het vanaf nu niet vanuit een heldere visie aan te pakken.

Doorheen de verschillende hoofdstukken vindt u in dit plan daarom duidelijke keuzes voor het gemeentelijk patrimonium.  We kiezen voor een totaalpakket.  We stappen af van een aanpak waarbij alle gebouwen afzonderlijk worden bekeken.  Bovendien gaan we ook dúrven.  Durven keuzes maken, durven om een andere richting in te slaan, durven om gebouwen te verkopen ook.

Zo’n patrimoniumbeleid wordt al jaren aangekondigd.  Maar er kwam nooit iets van.  Tijd voor een andere aanpak !

Geen groter gemeentehuis

Wat ons betreft heeft het gemeentehuis geen verdere uitbreidingen meer nodig, ook niet na de inkanteling van het OCMW.  Sommige diensten kunnen immers beter dichter bij hun werkterrein worden ondergebracht.  Zo zou de gemeentelijke sportdienst in de Hemelrijkhal kunnen zitten. Ook vergaderruimte is er genoeg.  Wanneer de politie verhuist naar het spoorweggebouw, verkopen we dus het huidige politiekantoor.  Het Paviljoen staat ondertussen al enkele jaren zo goed als leeg.  We veranderen de bestemming van het gebouw, en verkopen het.  Ook enkele kleinere gebouwen die het gemeentebestuur nog in eigendom heeft kunnen verkocht worden.